De belasting op personenauto's (bpm) wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot. Voor auto’s met een dieselmotor geldt ook een dieseltoeslag, deze is ook afhankelijk van de CO2-uitstoot. Bovenop een basisbelastingtarief gelden verschillende tariefschijven die hoger worden naarmate de CO2-uitstoot stijgt. Voor plug-in hybride auto’s gelden andere tarieven. Het kabinet wil hiermee meer recht doen aan het werkelijke brandstofverbruik van deze auto’s. Op de website van de Belastingdienst staat meer over het berekenen van de bpm voor personenauto’s.
De CO2-uitstoot voor de belasting wordt meestal berekend tijdens de Europese typegoedkeuringstest met de WLTP-testprocedure. Extra opties en toevoegingen kunnen leiden tot een hogere CO2-uitstoot en dus hogere belasting. Accessoires die na aankoop worden toegevoegd en voldoen aan de typegoedkeuring worden niet belast.
Als er binnen drie jaar na de eerste inschrijving in het kentekenregister aanpassingen aan de motor van de auto worden gedaan, zoals chiptuning, moet er een extra bpm-aangifte worden gedaan.
Voor bestelauto's gelden geen tariefschijven op basis van CO2-uitstoot. De belasting wordt berekend op basis van de catalogusprijs. Het tarief is 37,7% van de netto catalogusprijs, met een toeslag van €273 voor dieselauto's of een korting van €1.283 als de auto geen dieselmotor heeft. Veel bestelauto's zijn echter vrijgesteld van belasting vanwege ondernemersregelingen.
